Loopbaan
Van september 1969 tot oktober 1971 stadsverslaggever dagblad Het Centrum in Utrecht. In vaste dient. Dienstverband eindigde omdat de krant ophield te bestaan: overgenomen door het Utrechts Nieuwsblad.
Vanaf januari 1972 in dienst bij de KRO. Twee jaar met een jaarcontract, daarna in vaste dienst tot september 2004.
Van 1972 tot september 1979 bureauredacteur van de actualiteitenrubriek Echo van KRO-radio, van 1977-1979 als waarnemend eindredacteur.
Van september 1979 tot september 1986 eindredacteur van het programmablad Studio van de KRO.
Van september 1986 tot september 2004 eindredacteur/teamleider en programmamaker bij de KRO-televisie, afdeling godsdienst en levensbeschouwing met name voor de RKK-uitzendingen. Onder meer eindredacteur van de programmaseries ‘Er is meer tussen Hemel en Aarde’, ‘Arena’, ‘Kruispunt’, ‘Studio RKK’, ‘Nachtgedachten’. Daarnaast losse documentaires.
Vanaf 1997 tot voorjaar 2001 een wekelijkse interview met een bekende Nederlander of programmamaker in de rubriek ‘Gast en Geloof’ in Studio. Een selectie hieruit verscheen in 2000 in een boek met dezelfde titel bij uitgeverij Ambo/Anthos.
Prepensioen
Mijn vertrek bij de KRO was niet echt vrijwillig. Duurdere, oude krachten gingen met 60 jaar met een regeling eruit om jonge goedkope programmamakers te kunnen aannemen. Zo was het beleid. Ik maakte die laatste jaren een programma van 10 minuten dat iedere zondag vroeg werd uitgezonden onder de titel ‘De Eerste Gedachte’ en ’s avonds laat als ‘Nachtgedachten’. Heel verschillend, maar leuk om te doen en geheel autonoom. Daar was ik nog graag een aantal jaren mee doorgegaan.
Na mijn vroege pensioen heb ik nog verschillende programma’s voor de KRO/RKK-televisie gemaakt. Enkele reportages voor Kruispunt, necrologieën van bisschoppen en onder andere in 2007 en 2010 twee zevendelige series voor de KRO en de Vlaamse KTRO ‘Ziel en Zaligheid’ over volksgeloof in Vlaanderen en Nederland. Bij de eerste serie schreef ik een begeleidend boek met de dezelfde titel, uitgegeven bij Lannoo. Laatste bijdrage voor de KRO in najaar 2015: meegewerkt aan het programma ‘Adieu RKK’.
Nevenactiviteiten
In 1990 verschijn mijn boek ‘Gesprekken over Lourdes’ bij uitgeverij Conserve.
Van 1994 tot 2001 een maandelijkse column ‘Brief uit Nederland’ in het blad ‘De Vloer’ van de KTRO in Vlaanderen.
Van 2000 tot 2005 lid van de redactie van het maandblad ‘Nestor’ van de KBO, waarvoor ik nog steeds schrijf.
Van 2003 tot 2007 lid van de redactie van het tweemaandelijkse blad ‘Missie-inter-actie’ van de katholieke missionaire beweging, waarvoor ik de rubriek ‘De bezieling van…’ schreef.
Vanaf 2005 lid van het bestuur van de stichting Sjef Hutsch, ter promotie van werk en betekenis van de Limburgse kunstenaar Sjef Hutschemakers. Over deze kunstenaar twee tv-programma’s gemaakt: in 2006 voor de regionale zender L1 en dit jaar voor de KRO, dat ook nog door L1 zal worden uitgezonden. Verschillende interviews gemaakt met deze 85-jarige kunstenaar voor diverse bladen.
Van 2006 tot 2016 meegewerkt aan ruim vijftig keer ‘Kloostergasten’: interviews met bekende Limburgers over hun leven en hun inspiratie, in de bibliotheek van het Redemptoristenklooster in Wittem.
In 2012 verscheen mijn boek ‘De vluchteling, zijn camera als wapen tegen onrecht’, het levensverhaal van cameraman Lajos Kalanos.
Inmiddels heb ik wat meer vrije tijd en geniet ik onder andere van fietsen met vrienden of alleen in het fraaie Limburgse Heuvelland. Sinds bijna 15 jaar woon ik weer in Heerlen.
Terugblik
Van kinds af aan was ik gewend om uitgebreid de krant te lezen. Al direct na het opstaan. We hadden thuis in Zaandam drie dagbladen: De Typhoon – dagblad voor de Zaanstreek, de Volkskrant en de Tijd en ik was al jong zeer maatschappelijk en politiek geïnteresseerd. Later in Heerlen op de middelbare school wist ik zeker dat ik journalist wilde worden: verslaggever bij een krant. Toen ik 14 of 15 jaar was las ik het boek ‘De krant van Kees van Dam’ over een jongen die zelf een krant begon. Dat sprak me aan. Het romantische beeld van een journalist die erop uit trok om nieuws te vergaren. Dus de keus voor de School voor de Journalistiek lag voor de hand. Ik had net mijn dienstplicht achter de rug en had me voor de zekerheid ook ingeschreven voor politicologie op de GU in Amsterdam. Maar het werd de SvdJ in Utrecht.
Drie boeiende jaren. Een brede algemene vorming, met boeiende leerkrachten, waarbij het schoolse karakter me niet zo stoorde omdat ik veel wilde leren. Ik heb er veel geleerd, ook in mijn persoonlijke ontwikkeling. De grote verschillen tussen de leerlingen in achtergrond en visies vond ik zeer boeiend en hebben mij ook mede gevormd in mijn denken en kritisch vermogen. Het was een turbulente tijd, op school en in de samenleving. Ik heb mooie herinneringen aan excursies naar Londen, maar vooral naar Praag en Berlijn – aan het begin van de Praagse Lente – en naar Kopenhagen en Stockholm. De praktische journalistieke vorming vond ik wat mager, maar gelukkig boden mijn stages bij Het Limburgs Dagblad en Elzeviers Magazine een goede aanvulling. Ik kijk met tevredenheid terug op de drie jaren in Utrecht, op de studie, de contacten met verschillende docenten en medeleerlingen, en het sociëteitsleven, waar ik enthousiast aan meedeed. Met sommige medestudenten heb ik contact gehouden. Met name met Piet van Harn, helaas al weer vijf jaar geleden overleden, en tot op heden ben ik bevriend met Joep van der Hart.
Ik ben uiteindelijk na de geschreven journalistiek en de radio bij de televisie terecht gekomen. Alle drie boeiende, maar totaal verschillende vormen van journalistiek. Maar ik ben toch misschien wel het meest schrijvend journalist gebleven. Dat ben ik ook altijd erbij blijven doen.
Toekomst
Ik heb twee zonen van 38 en bijna 36 jaar. Beiden zijn niet in mijn voetsporen getreden. Dat had ik uiteraard fijn gevonden, maar zij kozen anders. De oudste is ICT-er bij de ING en woont in Den Haag. De tweede is supermarktmanager bij AH en woont nog in zijn geboorteplaats Utrecht.