“Life goes on”, zongen de Beatles eind 1968. Een zin uit hun Ob-la-di-Ob-la-da. Het was ons laatste jaar op de School voor de Journalistiek in Utrecht en elke nieuwe LP van de Beatles kleurde onze vrije uren. Wij bereidden onze tweede stage voor. De eerste had Dick enthousiast gelopen bij de Handels- en Transport Courant in Rotterdam. De zomer van 1969 zwermden we uit als gediplomeerde journalisten bij Nederlandse kranten, radio en televisie.
Eén uitzondering, dat was Dick de Jong. Hij was uitverkoren als onze meest ‘outstanding’ student en hij vertrok in 1969 naar Londen om te werken bij het Britse uitgeefconcern IPC, onder andere van de Daily Mirror. Een unieke kans voor maar één leerling van deze nieuwe opleiding.
Wij, medeleerlingen op Dé School, hadden elkaar voor het eerst gezien in een voor velen grote stap na onze middelbare schooltijd in september 1966, in een oud schoolgebouw aan de Palmstraat in Utrecht. Dick kwam aanvankelijk dagelijks aangereisd uit Schiedam, samen met een andere Schiedammer met een HBS-diploma, Bram Romein. De Nieuwe Haven 69a bij zijn ouders en oudere zus vormde zijn thuisbasis.
Wij kregen een vrolijke klasgenoot, vol anekdotes en verhalen. Hij kende alle details over cricket! We wisten niet wat we hoorden. Harde werker, goede grappen, ernstig over maatschappelijke vraagstukken, snel, hulpvaardig. Niet vooraan, wel altijd betrouwbaar in de middenbeuk.
Wereldburger
Zijn tijd in Groot Brittannië en dus zijn Engelse taalbeheersing gaf koers aan de verdere kansen die Dick kreeg in de journalistiek. Zoals zijn eerste baan in Amsterdam (na zijn militaire diensttijd!) bij de fameuze Time-Life en Mirror Groep-correspondent Friso Endt.
We konden hem volgen, mails en LinkedIn bestonden niet, dus via een briefje met een postzegel, een kaartje, een telefoongesprek hielden we elkaar op de hoogte.
In grove lijnen: aanstelling bij Unicef om een jaar naar Bangla Desh te gaan als communicatiemedewerker in verband met het Jaar van het Kind, 1978 -1981. Dat verblijf en dat werk kreeg in de jaren daarna een prachtig vervolg.
Want Dicks belangstelling was breed. Daardoor profiteren we nu van een van de resultaten van zijn vakmanschap: een speurtocht naar de Nederlandse VOC-nederzettingen langs de kusten van het Indiase subcontinent, prachtig gedocumenteerd, vol ontdekkingen. Niet één keer, maar vele malen volgde hij in vakanties en vrije uren consciëntieus sporen van het verleden, zie het door hem opgezette https://dutchindianheritage.net
Waterman
Met dezelfde passie werkte hij, 30 jaar lang, als communicatiespecialist bij het International Water and Sanitation Centre in Delft. https://www.ircwash.org/news/in-memoriam-dick-de-jong
Comité jaarlijkse reünie
De inzet van Dick voor onze jaargang manifesteerde zich opnieuw jaren later, in 2016, toen het idee opleefde een website te maken met onze 1966 – 1969 geschiedenis. Dick was één van de webmasters, eindeloos geduldig om scherpe scans van oude lesroosters en leerlingenlijsten te plaatsen. En we vormden een klein comité voor een jaarlijkse reünie. Fluitje van een cent, maar de gezelligheid vergde tenminste twee uitgebreide lunches gedurende de voorbereidingsperiode. De laatste keren vertelde Dick over zijn spierziekte. We zagen hem aanvankelijk met een stok, toen met een rollator en maanden later op een scootmobiel bij Hesp arriveren aan de Weesperzijde, vanuit zijn huis in de Uithoornstraat aan de overkant van de Amstel.
Maar ook was hij in oktober 2022 in Utrecht, wat zou blijken zijn laatste reünie. Perfect georganiseerd met zijn scootmobiel in een speciale taxi voor borrel en diner heen en terug uit Amsterdam.
Dick keek vooruit, wist wat hem te wachten stond en verhuisde naar een zorginstelling in de buurt van zijn dochter en gezin. Wie hem daar bezocht, kreeg een privé excursie aangeboden vanuit de scootmobiel met alle details van het landgoed waar hij woonde.
“Life goes on”. Een beter motto past voor mij niet bij Dick.
Agnes Koerts.
Dank je wel Agnes voor je mooie in memoriam van Dick. Je hebt hem heel mooi beschreven. Ik hoop dat het een mooi afscheid is geweest. Ik kon er helaas toch niet bij zijn. Ik denk nu even terug aan de mooie tijd die ik met hem heb meegemaakt, toen ik hem in 1980 opzocht in Bangla Desh en veel met hem heb gezien ook van het binnenland en we samen naar Nepal gingen en in de Himalaya wandelden. Ik had grote bewondering voor zijn inzet en betrokkenheid bij de bevolking.