De gave van het woord
Dat ik naar de School voor de Journalistiek ging is te danken aan mijn vader. Hij was een melkveehouder in Bodegraven die opkeek naar mensen die de gave van het woord hadden.
Hij las alles wat los en vast zat, van vakblad Boer en Tuinder tot Vrij Nederland en de blaadjes van de missiecongregaties, en luisterde aandachtig naar het nieuws en de gesproken commentaren op de radio en naar sprekers op bijeenkomsten van de Katholieke Boeren- en Tuindersbond of de Katholieke Volkspartij.
Toen ik 6 jaar oud was en net kon lezen nam hij me op zondagochtend na de hoogmis mee naar de katholieke leesbibliotheek waar ik werd ingeschreven als lid en mijn eerste boek meenam. ’s Middags om 3 uur had ik het uitgelezen. Als één van de vijf, zes jongens uit de zesde klas in ons dorp mocht ik ‘doorleren’, ofwel doorgaan naar de middelbare school. Na vijf jaar HBS had ik geen idee wat ik verder zou gaan doen totdat ik een bericht las over een school voor journalistiek.
Het toelatingsexamen bleek vooral een test in ‘algemene ontwikkeling’, die voor een fanatieke lezer van kranten en boeken geen problemen opleverde. Zo kwam ik als schuchtere jongeling van 17 jaar te midden van oudere stedelingen die zelfbewust hun meningen uitten. Het brede vakkenpakket, de gastlessen van bekende journalisten, de excursies en reizen, ik zoog het allemaal op. Journalistiek leerde ik er niet, maar dat kwam wel goed tijdens de stages en later in het werk.
Mijn vader en moeder waren trots op mijn diploma en op mijn eerste baan, bij de Nationale Raad voor Maatschappelijk Welzijn in Den Haag. Dat klonk degelijk. Ik was er eindredacteur van een maandblad met nieuws over welzijnswerk. Na een studie geschiedenis in Leuven kwam ik als redacteur in dienst bij Het Nederlands Zuivelbureau, het voorlichtings- en promotiebureau van de melk die mijn vader aan zuivelcoöperatie CMC/Melkunie leverde. Nog trotser waren mijn ouders op die baan.
Ik verdiepte mij in een wereld die liep van koeienrassen tot kookboeken met kaas. Ik deed er ook historisch onderzoek, dat resulteerde in boeken over de geschiedenis van de Nederlandse kaas(cultuur) en van de zuivelindustrie (samen met een andere oud-leerling van de school). Mijn nauwe contacten met de vakbladen in de land- en tuinbouw leidden tot een boek over de agrarische journalistiek tussen 1950 en 2000. Mijn vader eerde ik daarin, postuum, met een foto waarop hij is afgebeeld tijdens het zondagochtendritueel: lezend in een van de vakbladen.
Aad Vernooij
Loopbaan
1969-1971 Militaire dienst
1971-1976 Nationale Raad voor Maatschappelijk Welzijn, eindredactie Reflex, maandblad over welzijns¬werk
1976-1977 Stichting Sociaal Kultureel Werk voor Surinamers in Noord-Brabant, voorlichter
1978-1981 Studie geschiedenis, KU Leuven
1980-2014 Het Nederlands Zuivelbureau/Nederlandse Zuivel Organisatie, redacteur/persvoorlichter
Ernaast
Eindredactie Centraal, blad van het Landelijk Katholiek Woonwagenwerk, 1972-1977.
Bijdragen aan KRI, blad van de reclassering, 1975-1981.
Medewerker Welzijnsweekblad, 1978-1981.
Column over landbouwhistorie in Agrarisch Dagblad, 1989-1991.
Bijdragen aan landbouwvakbladen, 1980-2012.
Secretaris Nederlandse Vereniging van Landbouwjournalisten en eindredacteur Nieuws¬brief (1992-2002).
Boeken:
Hard van binnen, rond van fatsoen, Geschiedenis van de Nederlandse kaascultuur;
Van clubblad tot vakblad, 50 jaar Land- en tuinbouwjournalistiek; Alles van Melk, Geschiedenis van de Nederlandse Zuivelindustrie.
Erna
Vervroegd gestopt op 62,5 jaar. Daarna productie boek voor oude werkgever. Vrijwilligerswerk: beheer website zuivelgeschiedenis; secretaris Historische Vereniging in Ravenstein.
Kijk met plezier terug op de veelzijdigheid van het werk bij het Zuivelbureau. Veelzijdig in onderwerpen: veeteelt, zuivelproductie, voedingswetenschap, receptuur, cultuurhistorie, én wat betreft informatieniveaus: artikelen voor vakbladen, wetenschapsjournalistiek, publieksinformatie, brochures, boeken.
School
Geen carrière-ambities. Incidenteel zakelijk contact met medeleerling.
Toekomst
Twee dochters die niet in de journalistiek zijn gegaan.
Hoi Aad. Kom je toevallig hier tegen. Hoe maak je het? MET mij alles wel. Nog steeds actief op de Erve Pezie in Almelo.
Aad dank voor je leuke boekje over Oud Holland,,een mooi boekje over de kaas in Bodegraven Dank Kees van Pelt
Dag beste Aat,
Graag wil ik weten of jij degene bent die in de jaren zeventig met mij projecten hebt gemaakt voor Het Ned. Zuivelbureau….. Fijn van je te horen!!!
Met hartelijke groet, Joop Rubens
Beste Aad,
Mijn naam is Rhea Strik.
Kwam gaandeweg een familieonderzoek jouw laatste onderzoekje tegen “met een stoomboot over de Maas in 1879” is het ook als boekje verkrijgbaar?
Ik kom uit verschillende generaties schippersfamilie Strik – ouders – voorouders die op de Maas voeren en werkten zoal voor Janssen Boten. Ik ben op zoek naar meer informatie over mijn overgrootvader die voer in 1870 over de Maas Hubertus Petrus Strik “d’n toet” Lith/Appeltern. Ook trof ik een documentje aan in het familiealbum dat mijn nieuwsgierigheid alleen maar vergrootte.
Hoor graag of jij mij verder kunt helpen.
Groetend Rhea Strik
(documentje kan ik mailen)
Beste Aad,
Met ontzettend veel plezier heb ik je boek Boerenleven in Oud Bodegraven gelezen, om niet te zeggen gespeld. Onze wekelijkse wandelingen door Oud Borft hebben er een verdieping bij gekregen. Veel herinneringen van vroeger kwamen weer boven. Mensen die ik alweer vergeten was kwamen weer tot leven.
Prachtwerk!