Loopbaan
1969-1970 Hoger Rijksinstituut voor toneel en cultuurspreiding, Brussel: Belgische filmschool.
1970-1971 Provinciaal Servicebureau voor Jeugd- en Jongerenwerk in Noord-Brabant, Eindhoven. Medewerker impresariaat, film, cursuswerk. Projectcoördinator Literaire Prijsvraag 1970-1971 en tweedaags Literatuurfestival 1971 van de Stichting Literaire Dagen.
1972-1973 Jeugdclub Pops, Berchem, en Jeugdhuis Trefpunt, Merksem, België. Permanent verantwoordelijke.
1973-1974 Freelance medewerker Het Vrije Waasland, Sint-Niklaas. Journalist Jeugdpagina. Info-Jeugd, Gent. Eindredacteur infofolders voor jongeren over diverse maatschappelijke onderwerpen.
1974-1977 Fit Vliegreizen, Eindhoven / Holland International, Rijswijk. Medewerker secretariaat en brochureproductie.
1978-1982 Tempo Interim, Antwerpen. Uitzendkracht bij onder andere Polysar, Sealand, Fina, Du Pont de Nemours in Antwerpse haven.
1982-2005 Freelance journalist, tekstschrijver, tekstcorrector voor tijdschriften Blaazuit, Exclusief, Antwerp Magazine, Flanders Boulevard; uitgeverij Kluwer Rechtswetenschappen.
1994-2004 Toermalijn. Toeristische informatie onder andere Viva-brochures Belgische arrangementen. Dagelijks bestuurder en freelance redactioneel medewerker.
2004-2014 Freelance journalist, tekstcorrector voor tijdschriften Primeurs, Talkies, Ambassadeurs, Knack Horlogeriespecial, Gentlemen; uitgeverij Artus.
Ernaast
In de periode dat ik me in België in leven hield met uitzendwerk, heb ik tussen 1980 en 1984 het tijdschrift Bugatti opgezet met poëzie, verhalen, grafiek en foto’s van diverse literatoren en kunstenaars als Tom Lanoye. Het heeft me uiteindelijk aan professioneel journalistiek werk geholpen.
Erna
Ik ben het jaar nadat ik 65 was geworden (2012) met pensioen gegaan, maar aanvankelijk nog twee jaar blijven freelancen. Op een website van een vriend publiceer ik onder de naam Toermalijn enkele toeristische routes met mijzelf in de pseudorol van de Ontdekker van België.
School
Mijn eindwerk voor de School voor de Journalistiek had als titel ‘Underground in Nederland’. Aan die maatschappelijke veranderingen wilde ik actiever deelnemen, maar ik zag er niet direct een opening voor. Daarom wilde ik nog even in de marge blijven, niet meteen het carrièrepad op, en dat is een jaar filmschool in Brussel geworden. Onverwacht bleek ik me in België erg thuis te voelen, vandaar pogingen om er te blijven. Uiteindelijk ben ik via een grote boog langs jeugd- en jongerenwerk en toerisme in de journalistiek beland.
Mijn sterkste herinneringen aan de SvdJ zijn de studiereizen naar Praag en Berlijn. Daar bevonden we ons in een tijdsbeeld dat vandaag daar niet meer bestaat. Door mijn vertrek naar België zijn mijn contacten met Nederland snel vrij minimaal geworden, zodat er in mijn verdere levensverhaal geen medeleerlingen voorkomen. Zo’n reünie is voor mij dus vooral een hernieuwde kennismaking.
Toekomst
Ik heb geen kinderen op de wereld heb gezet maar vind het wel boeiend om dochters en zonen van vriendin en kennissen te volgen. Dat niemand van hen komt vragen hoe ik in mijn voetsporen terecht ben gekomen, lijkt me gezien mijn grillige pad meer dan begrijpelijk.
De komende jaren hoop ik nog te kunnen besteden aan het verkennen van mijn laatste blinde Belgische vlekken: de steden in dit land waar ik nog niet ben geweest. Om dan andere mensen te vertellen hoe het daar was. Verder laat ik het graag aan het toeval over, dat heeft vrijwel mijn hele leven op beslissende momenten zijn rol uitstekend vervuld.
Dag Jan, Maria, Agnes, Marinus, Addie, Boudewijn en Marlies !
Graag wil ik jullie veel succes toewensen met alweer de feestelijke zesde jaarborrel, want jullie doen er beslist telkens weer moeite voor. Zelf zal ik er niet bij zijn, het is een eind weg als je vanuit Antwerpen moet komen en eigenlijk na de School nog weinig contact hebt gehad met de Nederlandse journalistieke wereld. Dezer dagen denk ik wel terug aan de studiereis die we hebben gemaakt in ons tweede leerjaar, naar Praag en Berlijn. Volgende week ga ik met mijn vriendin die stad nog eens bezoeken met een georganiseerde reis. Maar ik herinner me vooral hoe wij op de heenreis in maart bij de grensstad Cheb op onze gidsen moesten wachten, die door de hevige sneeuwval daar niet op tijd waren aangekomen. En het bleek ook niet mogelijk Praag nog diezelfde dag te bereiken, we werden omgeleid naar Karlovy Vary (Karlsbad). Daar hebben enkelen van ons de aanwezige Tsjechen verbaasd door op een soort toneelpodium los te gaan dansen. In Praag zelf ontdekten we in ons verblijf Narodni Dum (Nationaal Huis), dat een Tsjechisch radiotoestel slechts één knop bezat: zachter of harder. Zenderkeuze was er niet. Terwijl de meesten van jullie ’s avonds in een nabije kroeg zaten (denk ik toch) ben ik op m’n eentje te voet naar het oude centrum gewandeld. Door de sneeuw was het daar héél stil, met wachtende mensen bij tramhaltes waar dan snerpende trams door dat sneeuwdek aangereden kwamen. De stad was nog in de communistische sfeer gedompeld, er waren amper toeristen, ik ben die avonden over een vrijwel lege Karelsbrug gewandeld, terwijl daar nu drommen toeristen langs allerlei verkoopstandjes schuifelen.
Toen het jaar daarop de ontluikende Praagse Lente in de kiem werd gesmoord door de invasie van Russische troepen, hebben we daar op school tegen geprotesteerd, zeker omdat we daar zelf toen waren geweest.