INE BRUIJNS

Ine Bruijns uitsnede

Ine Bruijns

Bruijns Ine

Ine Bruijns (1966)

 

 

 

 

 

 

 

Loopbaan

Direct na het behalen van het diploma ben ik gaan werken als voorlichter bij NOVIB. Daar kwam ik als redactiesecretaris van de door NOVIB uitgegeven ontwikkelingsnummers van de Internationale Spectator in aanraking met ontwikkelingseconomen als Jan Tinbergen, Jan Pronk en Harry de Lange. Ik stond er mede aan de wieg van de tijdschriften Onze Wereld en Wereldinformatie. Kortom, een zeer leerzame tijd.

Maar na een paar jaar ben ik er vertrokken. De NOVIB stond als gevestigde organisatie een beetje buiten de veel radicalere clubs die samen de derdewereldbeweging vormden. Bij die beweging voelde ik me meer thuis. In mijn vrije tijd was ik redacteur van de Hongerkrant die zeer kritisch schreef over het Nederlandse ontwikkelingsbeleid. De subsidiëring van de krant door de Commissie-Claus heeft de commissievoorzitter indertijd nog veel problemen bezorgd.

Na mijn vertrek bij NOVIB werd ik begin jaren zeventig voorlichter bij de gemeente Amsterdam. Ook daar heb ik veel geleerd. Ik mocht voor het blad Amsterdam Werkt copieus dineren in chique restaurants en daar zonder veel kennis van zaken recensies over schrijven, of bekende buitenlandse acteurs interviewen die een paar dagen in de hoofdstad waren voor filmopnamen. Serieuzer werk was er ook, zoals de buitenlandse pers opvangen en begeleiden bij staatsbezoeken, als persoonlijk voorlichter de wethouder van onderwijs assisteren of in het voorlichtingscentrum in de Bijlmermeer de toestromende belangstellenden uitleggen wat voor een fantastische woonvoorzieningen Amsterdam aan het bouwen was. Ik heb het enkele jaren volgehouden, tot het me niet langer lukte gemeentelijke boodschappen uit te venten die indruisten tegen mijn politieke overtuigingen.

Halverwege de jaren zeventig werd ik freelance radioprogrammamaker en kreeg ik kinderen; dat viel te combineren. Ik maakte met veel plezier educatieve programma’s voor de KRO en schreef daarnaast informatieve brochures over de derdewereldproblematiek en andere maatschappelijke thema’s. Daar kwam een eind aan toen we in 1979 verhuisden naar het noorden van het land. Ik besloot het over een andere boeg te gooien en Duits MO-A te gaan studeren. Niet zo’n goede keus, want net toen ik de studie had afgerond verdween Duits als verplicht vak uit de pakketten van de middelbare scholieren. Wel heb ik nog meegewerkt aan vertalingen van enkele Duitse boeken. Eén daarvan ging over de ontwikkeling in het denken over sociale actie, geweldloze strijd en antimilitarisme in Nederland (inderdaad, geschreven door een Duitser…). De research die daarvoor nodig was in de Groningse universiteitsbibliotheek maakte dit tot de leukste klus die ik ooit heb gedaan. Ik weet dus welke roeping ik ben misgelopen!

In de jaren tachtig werd ik actief in de milieubeweging. In 1986 leidde dat tot een betaalde baan als groepenwerker bij Vereniging Milieudefensie/Friends of the Earth. Ik heb ruim tien jaar bij Milieudefensie gewerkt, de laatste jaren als leider van campagnes tegen de bio-industrie en voor recycling van elektrische apparaten.

Ik 1997 werd ik tekstschrijver, redacteur en communicatieadviseur bij Communicatiebureau BCP dat een jaar of wat eerder door mijn man was opgericht. Het was bedoeld als tijdelijke baan, maar het werk was zo leuk dat ik ben gebleven. Samen hebben we BCP in de loop der jaren uitgebouwd tot een middelgroot bureau met zes werknemers en een mooie orderportefeuille. Ons specialisme is waterbeleid en -beheer, maar we zijn ook thuis op de terreinen duurzaamheid, ruimtelijke ordening en mobiliteit.

We zijn nu bijna twintig jaar verder en hoewel we inmiddels de 65 zijn gepasseerd, werken we nog steeds, tegenwoordig vanuit huis. We hebben geen groot kantoor meer en werk en privéleven zijn eindelijk wat meer in balans. Hoewel… balans, ik pas 2,5 dag in de week op kleinkinderen en dat is naast het gewone werk best zwaar.

 

School

Mijn ambities als net 17-jarige waren niet zo groot: ik woonde in een Brabants dorpje en wilde van huis weg om wat van de wijde wereld te zien. Mijn leraar Nederlands had over de oprichting van de SvdJ gelezen en aanmeldingsformulieren voor me opgevraagd. Toen ik eenmaal op school zat, werd me al gauw duidelijk dat ik geen geboren journaliste was. Ik was wél een goede voorlichter en ik heb in ons eigen communicatiebureau mijn ervaringen en kwaliteiten ten volle kunnen benutten en ontwikkelen. Daar kijk ik tevreden op terug.

Ik heb geen contacten onderhouden met medeleerlingen van mijn jaar, wel met mensen van de lichting ’67. Op mijn loopbaan hebben schoolcontacten geen enkele invloed gehad.

 

Toekomst

We hebben drie kinderen. Onze oudste zoon heeft geschiedenis gestudeerd met als bijvak journalistiek. Hij organiseert nu dancefeesten en andere evenementen. Mijn jongste broer (twaalf jaar jonger dan ik) heeft – geïnspireerd door het voorbeeld van zijn zus en zwager – journalistiek gestudeerd in Tilburg. Hij is een zeer ervaren journalist en werkt bij de Media Groep Limburg. Ik hoop voor hem dat hij dat nog lang kan blijven doen. Met de nieuwe Belgische eigenaars is daar gelukkig wel kans op.

 

Dit bericht is geplaatst in CV. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *