Loopbaan
Mijn loopbaan was atypisch in het gremium van onze jaargang.
Ik ben door Maarten Schneider zelf geattendeerd op een volgens hem voor mij geknipte baan bij de toen nog ‘Koninklijke’. De later nogal miskende directeur en ik mochten elkaar wel en er was aan mijn kant een zekere mate van respect en vertrouwen. En dus resulteerde zijn advies uiteindelijk en in het verlengde van de derdejaars-stage in het Centrale Kantoor van Shell, in ruim 36 jaar External Affairs binnen de Communications Community van de Shell Group in Nederland.
Het zouden voor mij een zestal communicatie-banen worden in nogal verschillende ondernemingen, met en zonder schelp, in de Randstad, in Brabant en in Groningen/Drenthe.
Toch betekende mijn besluit toen niet alleen maar ‘win-win’: in Utrecht zagen dierbaren mij al vallen voor het gewin van de rechtse, gearriveerde wereld van het internationale grootkapitaal; bij Shell in Rotterdam ontmoette ik aanvankelijk ook wel argwaan en distantie vanwege de spraakmakende ‘ultralinkse’ opleiding waar ik vandaan kwam.
Veel later, tijdens een surpriseparty in maart 1993 in Amsterdam vanwege zijn tachtigste verjaardag, liet Maarten Schneider mij nog eens weten dat hij nooit de razende reporter in mij had kunnen ontdekken. Daar had de man gewoon gelijk in en ik was daar ook al zelf vrij snel achter gekomen aan de Palmstraat en tijdens mijn eerste stage bij de NRC. Toch was de school mij goed van pas gekomen: in mijn werkelijkheid en beleving zijn de drie jaar Utrecht bepalend geweest voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast bleken de principieel maatschappijkritische gerichtheid, de vrijheid en openheid, de journalistieke basisvorming en het ontwikkelen van eigen, communicatieve vaardigheden een goed bruikbare voorbereiding op de public affairs van Shell.
Public Affairs dus, later in Shell wereldwijd aangeduid met External Affairs. What’s in a name, zeg je dan. Maar in het Bijbelboek Prediker valt al te lezen: “beter een goede naam dan goede olie”. Dit is in Shellgeschriften later wat plat commercieel vertaald met “license to operate and grow” en meer van dit soort verhullend jargon met hoog American Business School gehalte. Kortom External Affairs dus, als een gewoon vak, in een globaliserend, maatschappelijk hoog relevant bedrijf met veel en veelsoortige in- en externe belangen en belanghebbenden. En natuurlijk, een uitdagend-omstreden grote vis in een relatief kleine, overvolle Hollandse vijver.
En dus werkte ik
tot 1977 in Rotterdam als woordvoerder Persdienst Shell in Nederland. Daar ging het heel vaak over alle bekende issues waarbij het bedrijf onontkoombaar spitsroeden liep zoals Shell als multinational, Shell in Rhodesië en Zuid-Afrika, de eerste oliecrisis en olieboycot, de Club van Rome, het steeds grotere milieudebat, de prijzen aan de pomp en superwinsten versus investeringsverplichtingen. In dit werk heb ik nog best vaak gedacht aan de strikte scheiding van ‘sacred facts and free comments’ zoals Maarten Schneider deze ooit doceerde.
Tot 1985 in West-Brabant als public affairs manager van Shell Moerdijk, het grootschalig chemie-complex in opbouw in een tot dan toe maagdelijk, agrarisch gebied. De communicatie met alle in- en externe belanghebbenden over milieu, veiligheid en hinder/overlast was hier de uitdaging. Maar ook lokale belangstelling voor de grote, nationale Shell issues moest hier geadresseerd worden.
Tot 1992 bij NAM in Assen, Emmen en Hoogezand in meer strategisch-analytische public affairsbanen, onder andere ook voor de Business Unit Groningen, dé gas- en geldkraan van de oliemaatschappijen maar nog veel meer van de BV Nederland. Milieuaspecten van seismiek en boorwerkzaamheden, veiligheid en de bodemdaling door aardgaswinning waren toen de hot issues met eigen in- en externe communicatietrajecten.
Tot 2005 communicatiemanager in Pernis/Moerdijk, de grootste geïntegreerde raffinage en chemiecomplexen van Europa, deels in de dichtbevolkte Randstad, met toen dringend noodzakelijke renovatie en nieuwbouw. Daarnaast vroege ontwikkeling daar van onder andere eigen, interne bedrijfstv en het concept van een onafhankelijke burenraad voor open en effectieve communicatie met omwonenden. Maar bijvoorbeeld ook evenement als de viering van het eeuwfeest van het bedrijf, compleet met een symposium in de Rotterdamse Doelen en de uitgave van een monumentaal boekwerk vol met bedrijf, zijn medewerkers en de Rotterdamse samenleving.
Per 1 november 2005 ‘reglementair’ met pensioen. Niet moe, wel voldaan.
Ernaast
Was al met al toch best een druk, intensief bestaan (inclusief consignatiediensten voor 24 uurs beschikbaarheid voor de pers), ook in combinatie met een gezellig en druk gezinsleven.
Daarnaast altijd wel wat vrijwilligerswerk, waaronder voorzitter van een schoolbestuur, lid van een middelbare schoolcuratorium, kritische kerkelijke betrokkenheid en dienstverlening als lid van een serviceclub.
Erna
De pensioenjaren zijn tot nu toe gevuld met alle stereotype activiteiten: meer tijd voor gezin en de gezinnen van de drie kinderen, golf, wat meer reizen in en buiten Europa, participatie binnen Rotterdamse communicatienetwerken en gericht vrijwilligerswerk. Er zijn nog enige bestuurlijke activiteiten, waaronder de raad van toezicht van een regionale welzijnsorganisatie.
Trots ben ik op mijn echtgenote en ons gezin; wij hebben geluk gehad en zijn er samen voor gegaan.
School
Ik ben positief over de school en voel me bevoorrecht tot de eerste jaargang te behoren met relatief veel onafhankelijke en getalenteerde schoolgenoten. Heb er veel geleerd over het leven en over zelf werken aan een eigen, open, kritische en zo mogelijk creatieve instelling. Wel liepen er, vond ik, ook nogal wat superego’s rond, die ik intuïtief redelijk op afstand hield. Misschien was dat angst of de wetenschap dat wij nu eenmaal niet aan elkaar gewaagd waren.
Het formele studieaanbod en de eisen daaromtrent waren te minimaal. Dit kwam wel meer voor, einde jaren zestig. Daaraan is later via bij- en nascholing nog behoorlijk door mij geschaafd.
In de beginjaren waren er incidenteel vriendschappelijke contacten met medeleerlingen, waaronder een sterke delegatie op mijn huwelijk in Maastricht. Maar voor blijvende, hechte vriendschappen divergeerden onze levens blijkbaar te sterk, privé en zeker ook beroepsmatig. In een aantal gevallen vind ik dit, achteraf gezien, eigenlijk wel behoorlijk jammer.
Toekomst
Niets ongewisser dan de toekomst als je de zeventig bent gepasseerd en naar de toestand in de wereld kijkt. Maar kijkende naar mijn kinderen en hun gezinnen is er geen reden om te somberen. Zij zijn alle drie beroepsmatig druk met heel andere zaken dan hun vader in zijn tijd. Wel zijn zij allen op eigentijdse wijze communicatief sterk en maatschappelijk betrokken. Prima toch, in hun zo sterk veranderende wereld.
Beste Jos, met veel plezier heb ik je “levensloop” gelezen. Vooral het gedeelte waarin je Maarten Schneider benoemt. Hoe men ook over hem denkt, het personeel droeg hem op handen. Uiteraard moet ook Henk Schaafsma genoemd worden. Als er problemen waren op wat voor vlak dan ook, ze hadden altijd tijd voor ons. Met latere directies heeft het personeel veel minder binding gehad. Als herinnering aan hen heb ik de kunststof naamplaatjes van de deuren gehaald toen zij van de school verdwenen. Je zult ze nog wel kennen: Grijs met witte letters.