Toen ik in 1966 naar de SvdJ ging had ik maar een vaag idee van een carrière in het vak. Ik wilde journalist worden, dat wist ik wel, ik wilde met nieuws bezig zijn, de politiek vooral, maar hoe of wat…. Ik studeerde al 3 jaar Nederlands en toen kwam ineens de SvdJ waar ik op goed geluk naar toe ging. Mijn verwachtingen gingen geloof ik niet veel verder dan een ‘spannend’ beroep krijgen. En dat is nog uitgekomen ook.
Ik werkte na de SvdJ twintig jaar in de journalistiek, daarna hoofdzakelijke in de voorlichting/communicatie.
Bij Hier-en-Nu-radio (NCRV, 1969-1982) werd ik aangenomen als verslaggever. Er was in die tijd geld genoeg bij de radio en ik mocht veel reizen naar Afrika en Latijns Amerika. Later ging ik ook presenteren en uiteindelijk werd ik hoofd van de afdeling Actualiteiten. Daarna werkte ik tot 1989 bij het NOS-journaal als presentator en eindredacteur. Daarnaast schreef ik enkele jaren een column voor het Algemeen Dagblad.
In 1989 werd ik hoofd Communicatie bij de gemeente Amsterdam en woordvoerder van de burgemeester (Ed van Thijn en later Schelto Patijn). Ik vond het geweldig om nu eens ‘aan de andere kant van de tafel’ te zitten en alles te weten over kwesties waar je als journalist vaak vergeefs naar op zoek was. Ik zou er zes jaar blijven. De communicatie over de Bijlmerramp was de zwaarste uitdaging waar mijn afdeling voor kwam te staan.
In 1995 begon ik voor mezelf. Ik keerde terug naar mijn oude liefde, de radio, waar ik weer ging presenteren en ik ging mediatrainingen geven bij oud-Journaal-collega Bob de Ronde en congressen voorzitten. Na een aantal jaren concentreerde ik me volledig op communicatiemanagement, vooral bij de overheid en op trainingen. Ik adviseerde, werkte als interimmanager (gemeente, waterschap, rijksdienst) en trainde lokale en landelijke politici. Tot mijn 66-ste werkte ik fulltime, daarna elk jaar iets minder, tot mijn 71-ste. Nu ben ik 72 en doe ik heel andere dingen.
Besturen deed ik ook al die jaren, in de sociale en culturele sector: Stayokay, Mozeshuis, inloophuis Marokkaanse meisjes, Beurs van Berlage, Nieuwe Kerk. Ik heb er veel van geleerd.
Ik heb niet voor nageslacht gezorgd en nichtjes en neefjes hebben geen van allen een voorbeeld aan mij genomen. Waarom zouden ze ook.
Ik leer Italiaans, maak prettige reizen en heb een hele reeks aan stief- en anderszins kleinkindachtige wezens van alle leeftijden waar ik voor kook en mee op pad ga. Dat had ik nou weer niét verwacht, maar het is nog steeds leuk spannend want ze houden me bij de les.