Afra Hogenhout 1948 – 2010
Met Afra kon je lachen. Tot het laatst toe. Korte tijd voordat ze overleed, stuurde ze me een mail waarin ze maar één klacht uitte: dat de witte wijn niet meer smaakte, vanwege de chemo. Een flinkerd was het, die lang met haar rotziekte heeft gevochten.
Ik was haar in de loop der jaren een beetje uit het oog verloren, het contact was sporadisch geworden, en mijn herinneringen gaan vooral terug naar de zomer van 1968, toen we samen naar Engeland gingen. Vier weken liften en kamperen. De tent sleepten we mee in een boodschappennet, en om te voorkomen dat onze vingers werden afgeknepen droegen we ieder een witte communiehandschoen van Afra. Een enkele keer, als de regen ons geheel doorweekt had, zochten we een B&B op, met plafonds die beplakt waren met fleurig behangpapier, en een warme douche voor slechts één persoon, daarna werd het water ijskoud.
In Cornwall doken we onmiddellijk de pub in om de beroemde Cornish Pies te scoren, die ons tijdens de lifttocht door elke Brit warm waren aanbevolen, maar die helaas vooral naar snot en zeewier bleken te smaken. Wat een desillusie. Dan maar cider. De ene pul na de andere. En dus bijna onderuit op straat, vanwege de onvermoede alcoholische impact van dit vriendelijke drankje.
We waren geheel ontredderd op 21 augustus, toen de Sovjet-tanks Praag binnenvielen, de sprookjesachtige stad waar we met de SvdJ juist in maart waren geweest. Samen lagen we in ons tentje te huilen bij het gruwelijke nieuws op de radio.
Afra was good company. Nooit chagrijnig, geestig, positief. Tot het (te vroege) einde toe. Een van die mensen waaraan je uitsluitend goede herinneringen bewaart.
Marjolijn Uitzinger